Ongeveer een jaar geleden heb ik een stukje geschreven over een vriend van me die, nauwelijks 3 jaar ouder dan ik, te horen had gekregen dat hij lijdt aan een vorm van Alzheimer.
Het zal je niet verbazen dat ik behoorlijk schrok toen hij en z’n vrouw, m’n vriendin, me dat vertelden.
We hebben er die bewuste avond lang en intensief over gepraat en ik realiseerde me die avond toen ik naar huis fietste dat er wel eens een heel zware tijd zou kunnen aanbreken. Niet alleen voor hem, maar zeker ook voor haar.
We zijn nu een jaar verder.
M’n vermoeden is uitgekomen.
Ik heb m’n vriend langzaam maar zeker achteruit zien gaan. Niet dat ik hem elke dag zie, maar een paar maal per week toch zeker, en ik merk aan kleine dingen dat z’n mentale conditie slechter wordt: meer moeite met het vinden van de juiste woorden, veel herhalen van verhalen, (vooral over vroeger, al heeft hij dat altijd wel gedaan), onzekerder worden in de auto, last krijgen van uitgeoefende druk op hem, geen sprek met meerdere mensen tegelijk meer kunnen voeren….
Ik kan er nog meer dingen aan toevoegen, maar jullie snappen het wel.
Ook merk ik dat z’n vrouw, m’n vriendin, het er ontzettend moeilijk mee heeft. Niet zozeer in het dagelijks leven, want dan weet ze zich wel groot te houden….
Maar wanneer we een keer bij elkaar zijn tijdens een etentje of zo en er vloeit een beetje drank waardoor de remmen een beetje losgaan, dan merk ik hoe enorm moeilijk zij het heeft met het gestaag achteruit gaan van haar man en blijkt dat ze nauwelijks weet hoe ze daar mee om moet gaan.
Ik luister (dat kan ik goed) en vraag af en toe iets of reageer op wat er gezegd wordt en merk dat dit soms een beetje helpt.
Het is moeilijk om te zien en te horen hoe ze allebei leiden onder datgene wat er aan de hand is. Vooral omdat er niks aan te doen is en je weet dat het alleen maar erger gaat worden.
Toch probeer ik om haar te steunen waar mogelijk en vraag ik m’n vriend met regelmaat om hulp bij wat ik thuis aan het doen ben omdat hij het fijn vindt om iets te kunnen betekenen voor een ander. Bovendien is het enorm goed voor z’n eigenwaarde.
Morgen gaan we samen op pad.
Hij vraagt me al langer dan een jaar of ik zin heb om een keer een dagje mee te gaan naar Friesland, z’n geboortegrond.
Ik heb het lang afgehouden. In de eerste plaats omdat ik nooit zo van die “trips down memory lane” was, in de tweede plaats omdat ik er domweg geen tijd voor had. (vond ik dan)
Nu heb ik toegezegd. Omdat ik niet weet hoelang hij nog zelfstandig dit soort dingen nog kan doen met z’n volle besef, omdat ik weet dat het belangrijk is voor hem om op eigen houtje dit soort dingen te blijven doen, en omdat hij me vertrouwt en hij daardoor beter functioneert.
Morgen maken we dus een ritje terug naar de toekomst. De tijd zal leren hoe snel die toekomst hem, en wellicht ook mij, heeft ingehaald.